ART

WALL-k

 

2001

 

 

 

GEdichtEN  KORTVERHALEN

 


Verz.

CD for

Als je iets kunt maken voor iemand,

if you can create something for some-one,

kan je dan ook niets voor niemand creëren,

can you also makes nothing for no-one.

 

 

Waar ooit een slak zat

in een verroest blik, daar was een rustige plek, zoals ik.

Waar ik luisterde naar de vogels, kwetterend en schetterend,

op iedere zonnige dag.

Hier kon ik wonen zonder de oorlog

van ongeluk en leed.

Hier in lieverlee denkend aan al het kwaad

dat voortkomt uit 's werelds haat.

Dan wil je misschien met hart en ziel een wereld als die van Emiel.

Of zeg je niets meer totdat

ieder scheldwoord zich verstomt.

 

Marijntje Vandersmissen

 

Soms

vlieg ik hoog in de wolken

Van grijs

Soms vlieg ik laag over bossen

Van groen

Soms vlucht ik rechts naar meren

van twijfel

Soms ga ik links naar bergen

van hoop

Nog nooit ging ik recht.

 

uit: 'Momentopnamen', door Marcel Van de Poel

 

A r T s W a l L (K) 2 0 0 1

n        artswalk

n      (artsroute KW2000)

n      (biketraject KW2000)

n      kortfilmfestivals on t.v.

n      Make your own debat and talk with the artists

n      nightwalk in light

in Schriek, een waardevolle Omgeving .

n      Kom dat zien, kom dat zien, de beste

n      kunstwandeling die ooit vertoond werd 'on the earth' ...?

in Schriek, een landelijke Omgeving.

n      Kom dat zien kom dat zien,

n      de kunstwand in schriek .

n     artists made this route

n     you can do this short traject by bike

n     shortfilmfestival on t.v.

n     Invite artists on a buffet and debat with them

n     nightwalk in light

you  can  have   a

D E B A Te... about what’s

(the sense / utility of) art(s)?

Just talk with artists

t E e V e E   K o R t F i L m F e S t I v A L

doorlopend op deze locatie

 

 Tobias Vandersmissen

 

 

RUMOURS

 

GABRIEL Garcia Marquez (+  mei 2001)

If for a moment God were to forget that I'm rag doll and granted me a piece of life, I probably wouldn't say everything I think; rather, I would think about everything that I say.

I would value things, not for their worth but for what they mean.

I would sleep less, dream more, understanding that for each minute we close our eyes, we lose sixty seconds of light.

I would walk when others hold back,

I would wake when others sleep, I would listen when others talk. And how I would enjoy a good chocolate ice-cream!

If God were to give me a piece of life, I would dress simply, throw myself face first into the sun, baring not only my body but also my soul.

My God, if I had a heart, I would write my hate on ice, and wait for the sun to show. Over the stars I would paint with a Van Gogh dream a Benedetti poem, and a Serrat song would be the serenade I'd offer to the moon. I would water roses with my tears, to feel the pain of their thorns and the red kiss of their petals …

My God, if I had a piece of live … I wouldn't let a single day pass without telling the people I love that I love them. I would convince each woman and each man that they are my favorites, and I would live in love with love. I would show men how very wrong they are to think that they cease to be in love when they grow old, not knowing that they grow old when they cease to be in love!

To a child I shall give wings, but I shall let him learn to fly on his own. I would teach the old that death does not come with old age, but with forgetting. So much I have learned from you, oh men …

I have learned that everyone wants to live at the top of the mountain, without knowing that real happiness is in how it is scaled.I have learned that when a newborn child first squeezes his father's finger in his thiny fist, he has him trapped forever.

I have learned that a man has the right to look down on another only when he has to help the other to get on his feet.

From you I have learned so many things, but in truth they won't be of much use, for when I keep them within this suitcase, unhappily shall I be dying.

 

ROOM

RUMMER

IN ROOMS

RUMOUR

 

Ik ben niet gekomen met ambities.

Liefde is het doel van mijn komst.

De harten zijn de huizen van de Vriend.

Ik ben gekomen om de harten te helen.

Kennis leren kennen is kennis.

Kennis is jezelf kennen.

 

Wanneer je jezelf niet leert kennen,

waartoe dient dan al die studie?

Laten we liefhebben

en onszelf geliefd maken.

De aarde is tenslotte niemands erfenis.

Het is het huis van allen.

 

naar een oud-Turks gedicht van Yunus Emre

 

 

Röda

Kvarn

When the wind blows in the subway

stap ik naar buiten en Stureplan

ligt weldra achter mij in de grijze kou

van de winternacht die vooruit smacht

naar de warme lampjes van de Röda Kvarn

 

Uit : "Rode Nonsens '75"door Marc Van Acoleyen

 

Red Room in the afternoon

Duizend donkerzwarte parels

liggen languit in de rozerode schelp en luisteren naar eminente grijzerds

en het gisten van versgevoede buiken

en een huid die spant bij duizend geeuwen

Over yields gaat het en rendement in de rode zetels op het rood carpet van de gastheer,

de banketbankier van hier of ginderachter, met intelligentgebrilde ogen die het toch al wisten

"Vragen uit de zaal graag" wekt ze allemaal, de grijzen en de zwarten en met volle G-kracht vooruit wil er eentje spreken.  Wàcht ! op de hostessen met de wireless dildo

Dames in rood en glimmer van satijn rond hun iets te ronde benen

Schurken tussen rijen door naar links

en dan naar voren. De ivoren toren stroopt de voorhuid ritmisch op en recht de ruggen

Ze delen uit, de rode deernen en in hun witte nekjes gloeien roze plekjes van plezier en kom

en kom op my bank stoeien, hier

on top of my laptop, lekker dier

 

Uit : "Rode Nonsens '94", door Marc Van Acoleyen

 

De Rode Hoed

 

Excuseert U mij, mijnheer ik moet gaan. Nee, echt mevrouw,

ik moet er nu vandoor. U kunt meekomen, als U dat wilt. In "De Rode Hoed" komt Leo Vroman.

Straks, open en bloot

in de klandestiene kerk,

aan de natte kasseitjes

langs de gracht, verafgood,

want wie van ver komt

heeft een streepje voor

in oud Amsterdam

komt Leo Vroman.

Vijftien gulden, geen geld mijnheer. 

O, een Belg ?

Kent U onze groep ?

Geschraagde tafels van cultuur en boekjes, op de stoep.

Neem deze stoel maar, man.

Dankjewel, juffrouw, ik kom voor Leo Vroman.

Een kille juf, zo blijkt, plastic jasje op haar schoot, reikt haar witte hals omhoog naar verzen, zwart en geel en rood,

hangend van de doom en van het klandestien gewelf, dat kreunt op fonten bomen. Waar blijft nu toch die Vroman ?

De sponsor eerst en dan pas

een woordje van de groep.

Gezang van een sopraan,

piano en viool en ook een bas.

De dijen naast mij koelen af, haar kippevel groeit aan, mijn tenen vriezen af.

Wààrom was ik gekomen ?

Natuurlijk  voor die Vroman,

zo zegt het ook die Coninck

die voorzit aan de tafel van fatsoen en van de jury.Kom op, man, geef  prijs

die prijs en hou nou snel je wafel.

Néver krijg ik mij nog ontijsd;

Ah, daar is finally De Vroman.

New York is een mooie stad.

In hoeveel letters schrijft men dat  ?

Wat brengt een eminentie van negentig naar hier ? Niet meer dat geld van VSB, kom nou, dit gaat om puur plezier.

En wat zijn wij, publiek of vee

of sneltevree ? Wij laten ons verleiden door rimpels van de lach en zachte stem en haren wit als een clichee.

Vroman, vroom man, fro Mann ? Vroman, vroed man, wreed man ? Mevrouw, mijnheer, U had niet moeten komen want Vroman, juffrouw, is nu eenmaal Vroman.

 

Uit : "Rode Nonsens '97", door Marc Van Acoleyen

 

 

OP VERHAAL KOMEN

        Voor wie ?                                                Voor wie zich geroepen voelt poëzie of verhalen te schrijven - kort of lang of een hele roman - maar niet weet hoe of waarmee te beginnen.

        Wat en hoe ?

         De computer begint met een zin of iets meer. U breit het vervolg er aan.

 

OP VERHAAL KOMEN  (vervolg)

        En verder ?

Een selectie of - als het materieel kan - alle verhalen en probeersels die uit deze teasers ontstaan zijn,

worden gepubliceerd

in het tijdschrift van Het Geweten/op deze website. 

Vergeet uw naam niet

te vermelden. 

Het kan het begin zijn

van onsterfelijkheid.

 

Verhaal # 1

Terwijl we het verhaal van de laatste stamgast lieten bezinken, werd de deur van Café “De Wereld” met vaste hand geopend.

Aan de behaarde hand zat een zeeman vast.  Hem uitnodigen was overbodig, hij nam plaats op de enige stoel die nog vrij was  .....

 

Verhaal # 2

Toen Lisa, nog slap van de slaap, haar ogen opende, was de kruin van de boom, het eerste wat ze zag .………

 

Gedicht # 1

Ritme en lettergrepenschema als volgt:1234 123456 1234 123456 123456 123456

(x2)

1234 123456 1234 123456 123456 123456Beginlijn : Als ik dood ga (1234)wat zal jij dan

eerst doen ?

(123456)

 

Limmerick

Schema : 5 lijnen van opeenvolgend

9-6-6-6-9 lettergrepen. Rijm in

lijnen 1, 2 en 5; een ander

(eventueel eenzelfde) rijm in lijnen

3 en 4. Teneur : luchtige nonsens. 

 

Al lachend zegt een gek de waarheid.                           Voorbeeld :

Een bonte schrijversgroep uit Leuven

Bestond nog slechts uit 7

Toen riep van aan de toog

Een Coninck met één oog

Met aandrang op

bijeen te bleuven

FOOTPRINTS                              

Some people come into our lives

and quickly go.                                                                            

Some people stay awhile               

and leave footprints on our hearts ...

... and we are never the same.

Thank you for stepping into my life …                      

 

Box-room o(u)r loft

 

De één  noemt het vriendschap, de ander liefde ... het draagt respect, geloof, hoop, vertrouwen, hulp, ... in zich. Het is levensnoodzakelijk en onmisbaar als lucht - en misschien ook zoals water, vuur en het fijnste zand: stof uit het heelal. Je zou je er tegen kunnen weren, ernaar slaan of het simpel proberen weg te wuiven. Het helpt je niets, want als je de lucht zou kunnen verbannen breng je jezelf in ademnood. Als je het van je afduwt koestert het zich vleiend opnieuw om je heen. Als je het ontvlucht komt het op een andere plaats als een levensadem naar je toe. Het lijkt als lucht, niets, ongrijpbaar en toch dichtbij.

Koester het, aanvaard en leef ermee als vanzelfsprekend ... ik denk dat al wat leeft onbedacht weet hoe het ademen moet. Wie leerde jouw en mij ademen ... of was het meegegeven toen ons in liefde het leven werd gebracht, ... ?

 

Like we are the breath of the trees,

the trees are our breath.

 

They'll revive when they could listen

to the other-ones sorrow

and by doing this taking the sorrows away.

Shouldn't we flourish,

when we saw the others breathing,

caused by our listening to their stories.

 

Like we are the breath of the trees,

the trees are our breath.

 

Touch the earth,

by Smohalla. He was born around 1815 and belonged to the Sokulk, a small trive of Nez Perce Indians.

 

My young men shall never work.

Men who work cannot dream;

and wisdom come to us in dreams.

You ask me to plow the ground. Shall I take a knife and tear my mother's breast? Then when I die she will not take me to her bossom to rest.

You ask me to dig for stone. Shall I dig under her skin for her bones? Then when I die I cannot enter her body to be born again.

You ask me to cut grass and make hay

and sell it and be rich like white men.

But how dare I cut off my mother's hair?

The White people never cared for land or deer or bear. When indians kill meat, they eat it all up. When they dig roots they make little holes. When they build houses, they make little holes. When they burn grass for grasshoppers, they don't ruin things. They shake down acorns and pinenuts. They don't chop down the trees. They only use dead wood. But the White people plow up the ground, pull down the trees, kill everything. The tree says: "Don't. I am sore. Don't hurt me." But they chop it down and cut it up. The spirit of the land hates them. They blast out trees and stir it up to its depths. They saw up the trees. That hurts them. The Indians never hurt anything, but the White people destroy all. They blast rocks and scatter them on the ground. The rocks say, "Don't. You are hurting me." But the White people pay no attention. When the Indians use rocks, they take little round ones for their cooking ... How can the spirit of the earth like White man? Everywhere the White man has touched, it is sore.

 

There was a little old lady living next doors to an atheist.

 

Every morning the lady comes out onto her front porch and shouts: "Praise the Lord!"

The atheist yells back, "There is no God."

She does this every morning with the same result. As time goes on the lady runs into fuinancial difficults and has trouble buying food. She goes out onto the porch and asks God for help with groceries, then says, "Praise the Lord."

The next morning she goes out onto the porch and there're the groceries  she's asked for, of course she says, "Praise the Lord."

The atheist jumps out from behind a bush and says, "Ha, I bought those groceries - there is no God."

The lady looks at him and smiles, she shouts, "Praise the Lord, not only you provide for me Lord, you made satan pay for the groceries!"

 

KAMER

 

Woninglooze

 

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,

nooit vond ik ergens anders onderdak;

voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak.

Een tent werd door den stormwind meegenomen.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.

Zoolang ik weet dat ik in wildernis,

in steppen, stad en woud

dat onderkomen kan vinden,

deert mij geen bekommernis.

Het zal lang duren,

maar de tijd zal komen dat voor den nacht

mij de oude kracht ontbreekt

en tevergeefs om zachte woorden smeekt,

waarmee 'k weleer kon bouwen,

en de aarde mij bergen moet

en ik mij neerbuig naar de plek

waar mijn graf in 't donker openbreekt

 

J. Slauerhoff

 

LVI

 

Lady will you come with me into

the extremely little house of

my mind. Clocks strike.

The moon is round,

through the window as you see

and really I have no Servants.

We could almost live

at the top of these stairs,

there's a free room.

We almost could go (you and I)

into a together whitely big

there is but so or so

 

Slowly I opened the window

a most tinyness, the moon

(with a white wig and polished buttons)

would take you away ...

... and all the clocks

would run down the next day.

 

E.E. Cummings

 

Air du poete

 

Au pays de Papouasie

J'ai caresse la Poussie ...

La grace que je vous souhaite

C'est de n'être pas pouette.

 

Leon-Paul Fargue

 

You and I

will sit for a while in the kitchen,

the good smell of kerosene

Sharp knife, big round loaf -

pump up the stove all the way.

And have some string handy

for the basket, before daylight,

to take the station

where no one can come after us.

 

Ossip Mandelstam

 

The house was quiet

and the world was calm.

 

The house was quiet

and the world was calm.

The reader became the book

and summer night was like;

the conscious being of the book.

The house was quiet

and the world was calm.

The words were spoken

as if there was no book,

except that the reader leaned

above the page, wanted to lean,

wanted much most to be the scholar

to whom this book is true,

to whom the summer night is

like a perfection of thought.

The house was quiet

because it had to be.

The quiet was part of the meaning,

part of the mind: the access

of perfection to the page.

And the world was calm.

The thruth in a calm world,

in which there is no other meaning,

itself is calm, itself is summer and night,

itself is the reader leaning late

and reading there.

 

Wallace Stevens

 

Regen

 

Een muur

die me steeds meer omarmt,

schouder aan schouder,

me van het raam weghoudt,

zodat de purperen regen

tolt en tolt

naar de hagedissen

in de verste hoeken.

 

De hoeken lispelen

en onder hun geloken ogen

traant een droef lied.

De hoeken knetteren

en de vonken dwalen van licht

op zoek naar donkere matrozen.

 

De matrozen aarzelen,

dit is de kamer niet, het bed niet,

dat koud

onder een vreemde vlag verstijft

en bij het raam ritselen hun korte,

eeuwenoude dromen,

want zij onder zeil, zolang reeds

hoorden de purperen regen.

 

Chris Marteleur

 

Ik hoor,

het kabbelen

van een beekje.

 

Als zilver,

stroomt het verder

door de nacht.

 

Een roos

Huist diep in mijn hart

in kamers vol smart.

 

Een doorn doorsteekt mijn ziel

poezie vloeit weemoedig

naar buiten.

 

Echt

 

Weet je, waarom je me zoveel zegt?

Wel je bent echt,

je bent puur,

vol vuur.

Wat je wil dat doe je,

en niemand

kan zich daarmee bemoeien.

Want je bent echt,

je bent oprecht.

 

Een vallend blad in november zachtjes neerdalend in vertwijfeling op mossig groen.

Een gedicht in de wind nog even,

beroerd op en neer deinend als een zucht.

Op aarde voedsel voor

een nieuw gedicht ˜

 

Je

 

Je mond is mijn spreken,

je ogen zijn mijn zien.

 

Je lippen zij mijn kussen,

je hart is mijn ziel.

 

 

Je handen zijn mijn strelen,

je liefde is mijn passie.

 

Je warmte is mijn zon,

je lach is mijn vreugde.

 

Je huis is mijn thuis,

je gedachten zijn mijn denken.

 

Je leed is mijn verdriet,

je tranen zijn mijn regen.

 

Je leven is mijn leven,

je sterven is mijn dood.

 

Ik tel

 

Ik tel de druppels van de dauw

de blaadjes van een bloem.

 

Ik tel de vogels in de lucht

de vissen in het meer.

 

Ik tel de bomen van het bos

de regen op de ruiten.

 

Ik tel de mensen in de straat

de vingers aan mijn hand.

 

Ik tel de dagen van de week

de uren van de nacht.

 

Ik tel de dagen van geluk

de jaren van mijn leven.

 

Ik tel de maanden van verdriet

de tranen op mijn wangen.

 

Ik tel en tel,

tot het einde van mijn leven.

 

Marcel Van de Poel: "momentopnamen"

 

Frans Groenenbuik

Piet met de rode oogjes

The First Lady, ook moeder de vrouw

De postbode,

Jan met de pest,

De minnaar van de vrouw,

Ook vader,

en zoon,

en stervende

En iedere andere iedereen

 

In één grijnsmimiek

houdt de ziel het lichaam gevangen.

(of was het nu omgekeerd?)

 

 

Het lijf waarin de dichter woont

is nu gesettled

Op een sukkeldrafje

komt hij aan

en grijpt zijn pen

legt ze weer neer

en gaat koffie zetten

 

 

De bandeloze zon binnensmelten in de stilte

de vrouw is kalm en onbreekbaar

de man ontvangen in haar grenzeloze aanwezigheid

 

De zon, verwachte gast nu nog mat kristal

geruisloos binnentreden in haar geopende armen, die pas de winter ontsloten in een bloem openvouwen, de vroegste lente baren.

 

Kala Leemans

 

Epigram

 

Schrijf es een epigram, zei Bram

en liefst over iets dat je kan.

Nu rijmen spruitjes wel op uitjes

-         ik ben een boer en dat is wat ik kan -

toch zijn kool en bollen me wat tam

als epigram en zeker voor Bram.

 

Vriend

 

‘Heb jij geen hobby of verzetje,

 Besluipt dan ’s avonds niet de eenzaamheid

Je doen en je laten uit donk’re hoeken?’

‘Mis, mijn vriend, ben jij, en mijn boeken.’

 

Koffie?

 

‘Drink jij ook een kopje koffie,’

vroeg ze. ‘Dank je je bent heel lief,’

zei hij, ’ maar slaap krijg ik van thee.’

Waarop zij, schalks: ‘Ik schenk je er twee.’

 

Marc Van Acoleyen

 

 

         met dank aan de medewerkers aan deze ruimtelijke installatie met tekst, beeld, … :

          zjuul devens

                daniëlle de wilde

                mireille en alain (jacobs)

                eddy en els kempenaers

                KHLim

                krinloopwinkel OKAZI hasselt

                kunst & democratie

                chris marteleur

                guido mommaerts

                marc van acoleyen

                marcel van de poel

                elise, jonas, marijntje en tobias vandersmissen

                may van gorp

                carla van woensel

                jef verheyen

                vzw 't geWET&(terug/back/retour naar nieuwsbrieven)